Fraaie buienluchten waren de voorbije dagen boven de Lage Landen te spotten. Hier een beeld van gisterenavond bij me thuis. Bij momenten kwam het regenwater er echt uitgehoosd. Ken je het? Zo van die stortbuien waarbij je meteen doorweekt bent als je van je voordeur naar je auto spurt.
Of daarmee de droogte van de voorbije maanden helemaal weggespoeld is is een ander verhaal. Voor een stuk wel, maar zoals steeds bij buien zijn de regionale verschillen groot. Bij mij thuis in het Brabantse Hageland hebben we de voorbije week een serie zware buien te pakken gekregen. En ja, dat valt te merken op de Belgische droogtekaart. Het grootste deel is nog donkerbruin gekleurd, maar die lichtbruine zone in het centrum van het land, daar woon ik. Ook het Belgische Ukkel ligt net aan de westkant van diezelfde zone. Het officiële lente-droogterecord gaan we daardoor niet verbreken dit jaar. De voorbije zes dagen is er in Ukkel 60mm gevallen, een hele maandsom is dat, terwijl er maar 30mm mocht vallen om het droogterecord te verbreken.
Een record qua aantal uren zonneschijn dan maar? Want na de buien van gisteren is het momenteel alweer helemaal uitgeklaard over vrijwel gans de Lage Landen. Maar nee, ook dat zit er niet meer in. De teller in Ukkel staat momenteel op 620 zonuren sinds 1 maart. Het record staat op naam van lente 2020 met 740 uren zon. Die 120 uren zon gaan we niet meer halen op slechts 7 dagen tijd, zeker niet omdat we de komende periode met een ander weertype te maken gaan krijgen waarbij noordelijke Noordzeewolken ons makkelijk kunnen bereiken. Maar een verdienstelijke derde plaats, de derde zonnigste lente sinds 1900, zit er wel in.
Hoe zit dat dan met dat andere weertype? Hier de kaart voor overmorgen die tegelijkertijd veelzeggend is. De kern van hogedruk ligt nu ten zuiden van ons met lagedruk over het zuiden van Scandinavië. Gevolg is dat niet enkel de Lage Landen, maar vrijwel heel Centraal-Europa in een duidelijk aanwezige westelijke stroming terecht komen. Een goed voelbare wind, zeker in de noordelijke provincies. En aan de knik in de witte isobaar-lijntjes te zien trekt er vrijdagochtend ook een regenzone over. Hoe meer zuidwaarts je woont, hoe minder regen eruit valt. Tegen dan zit ik in de Champagnestreek voor een verlengd Hemelvaartweekend. De neerslag blijft daar tot slechts enkele druppels beperkt.
Maar terug naar de algemene setting op diezelfde kaart, want wat daarop gebeurt bepaalt het verdere verloop voor de rest van de maand mei. Je zou verwachten dat de lagedrukkern die boven de oceaan hangt in diezelfde westelijke stroming richting Europa zou koersen waardoor de hogedruk op haar plaats blijft (zoals GFS gisterenavond nog berekende), maar dat is niet wat er gebeurt. De lagedrukkern valt ter plaatse in twee kernen uiteen waardoor het Azorenhoog de ruimte krijgt om helemaal richting IJsland op wandel te gaan.
Gevolg daarvan is dat de koele lucht van in de lagedrukkern boven Scandinavië helemaal naar het zuiden kan uitzakken. De temperaturen gaan daardoor een flinke stap terug zetten en komen in het weekend niet meer boven het klimaatgemiddelde uit.
En zoals het er nu naar uit ziet, blijft dat zo voor de rest van de maand mei.
Het is wel niet zo dat het dramatisch weer wordt of zo, want al bij al blijven de neerslaghoeveelheden vrij beperkt in onze streken. Enkel de noordelijke provincies van Nederland krijgen wat meer regen, en zelfs dat is nog een normale hoeveelheid voor de tijd van het jaar.
Zou dat een constante worden voor de rest van de zomer? De seizoensberekening van het Europese EC-model berekent voor juni-juli-augustus een grote kans op een te natte zomer voor IJsland, Noorwegen en Zweden, maar ook een grote kans op een te droge zomer voor grote delen van de rest van Europa, met de Lage Landen wat op de wip. Dat houdt dan in dat de noordelijke provincies van Nederland meer regen gaan krijgen dan België bijvoorbeeld. We zullen zien.
Wat we ook zullen zien is hoe lang de koele periode aanhoudt. Het Europese model laat de temperaturen begin juni alweer opveren. Maar of en in welke mate dat gaat gebeuren is nog lang niet zeker. Goed, hier laat ik het even bij. Tijd om mijn koffers te pakken. Tot later!
De periode die Frederic beziet -de lente ofwel vanaf 1 maart- is nog treffender dan de periode vanaf 1 april waar we het in de reacties onder het vorige bericht onder hadden (daar overigens nog wel wat toelichting gegeven ;-).
De Nederlandse kaart met de SPI-3 index erbij pakkend valt met name het grote verschil tussen noord en zuid op! Vooral delen van Zeeland, Brabant en Limburg sluiten zoals te zien is aan bij België. De stations Westdorpe, Wilhelminadorp en Maastricht beleven voor zover het op één na droogste voorjaar; alleen 2011 was droger. Eindhoven staat actueel zelfs nog op allerdroogste ooit, alleen mogen er dan de resterende 7 dagen pak ‘m beet geen 20 druppels meer bijvallen (60.7 mm vs 60.8 mm in 2011 😉 )
Qua zon-uren zal de lente in De Bilt op zeker op de 2e plaats eindigen. Gerekend vanaf 1 januari overigens dik aan kop; 33 uur méér zon alweer dan de nummer 2 (2020, 2011 daar 3e). Interessant daarbij is verder dat het lente-record voor De Bilt 52 uur hoger ligt dan voor Ukkel. Slechts voor een klein deel valt dat te verklaren uit de noordelijkere ligging; actueel duurt de dag in De Bilt 12 minuten langer dan in Ukkel. Voor zover het geen toeval is (je zou ook naar gemiddeldes moeten kijken; weet ik zo niet) kunnen het twee verschillende klimaten zijn? En is ook de vraag interessant of het verschil groter of kleiner zal worden bij het opschuiven van de druksystemen?
Interessant die verhalen over de aanhoudende en steeds weer terugkerende droogteperikelen. Maar waar ik me even op focus in de constante in de verwachtingen tot bijna half juni. Veel van hetzelfde, gematigde temperaturen en toch wel wat neerslag en aanhoudende winden vanaf de zeekant. Dus licht wisselvallig zouden we kunnen zeggen. Heerlijk, buiten prima doe weer en binnen goed te doen. De nachten fris met komende weekend zelfs kans op vorst aan de grond.
Bah die wind…niks aan. Valt me op dit voorjaar: veel wind in de namiddag/vroege avond, ‘s morgens bijna windstil en dan in de loop van de dag…ja hoor, gaan we weer.
lagedrukgebieden blijven regelmatig komen ten noorden van de LL: (nog) geen zomer.
Op de enkele momenten dat de zon scheen was het lekker……. maar dan wel uit de wind want de wind maakte het voor het gevoel ronduit fris, voelde bijna koud aan en dan was een jas nodig.
(winter)Jas was zeker gisteren nodig in de regio Stelvio.