Frederic

Hoi hoi, Frederic hier. Wie me al een tijdje volgt weet de afbeelding hierboven al jaren mijn weerman-avatar is: een bevriezende waterdruppel. Niet alleen is het een coole foto, het geeft ook perfect weer wat ik zo fascinerend aan het weer vind. Langs de ene kant hou ik van sneeuw en vind het een van de mooiste dingen op aarde, anderzijds lijkt deze foto ook erg op een koudebel. En wie weerkaarten volgt weet dat zulke koudebellen erg onvoorspelbaar zijn. Net dat vind ik zo extreem boeiend aan de weerkunde: proberen te achterhalen waar het weer naartoe evolueert en dat net voorbij de grens van de zekerheid. Om met andere woorden beter dan een weercomputer te doen.

Die weermicrobe zit er van kleins af aan in. Als kleine jongen speelde ik in de jaren ’80 de weerberichten van Armand Pien na (ja, ik ben wat jonger dan de collega-weermannen hier) en kon ik niet wachten tot de eerste sneeuw van het seizoen zou vallen of de vijver achter het huis van mijn ouders in het Vlaams-Brabantse Tremelo toe zou vriezen. Na mijn studie fysisch geografie aan de KULeuven ben ik uiteindelijk in Meensel-Kiezegem gaan wonen, het geboortedorp van de legendarische wielrenner Eddy Merckx. En net zoals bij velen in ons dorp is dat wielrennen naast de meteo een andere hobby van me geworden.

Geen paniek als je nog nooit van Meensel-Kiezegem gehoord hebt, het is echt een klein dorp, een duodorp eigenlijk, Meensel en Kiezegem, in het hart van het Hageland. Die Brabantse streek vormt in mijn regio de overgang tussen Laag- en Midden-België. Mijn kleine zwarte lijntjes heb ik de steden in mijn buurt aangeduid: Brussel, Mechelen, Leuven, Aarschot, Diest. En daar bij die pijl, daar woon ik ongeveer, op exact 82 meter hoogte. Die hoogte is de reden waarom het bij me in de tuin meer sneeuwt dan elders in de Lage Landen.